In oktober 1914 spelen Brusselse kinderen oorlogje. Draagberries, Belgische vlaggen, insignes van het Rode Kruis, veldmutsen: de oorlog is binnengedrongen in de fantasiewereld. Het klopt dat het echte front na augustus 1914 voor de Brusselaars een verre realiteit is, maar deze foto herinnert eraan dat klein en groot ook in bezet gebied kunnen “meestrijden”.
In bezet België leidt de dagelijkse confrontatie met de vijand tot een ander front. Net zoals het militaire front kent ook dit burgerlijke front zijn engagementen, zijn breuklijnen en zijn gewoontes. De bezetting is niet iets wat men passief ondergaat: ze leidt tot een patriottisch verzet, maar ook tot vormen van samenwerking met de vijand. De Brusselaars houden zich ook bezig met andere, schijnbaar onschuldiger domeinen zoals de liefdadigheid of de vrijetijdsbesteding. De Eerste Wereldoorlog is niet enkel een zaak van soldaten. Ook de burgers staan aan het front.